Prinsessen van de Sula
Onlangs werd ik bij een sula, stroomversnelling getrakteerd op de aanwezigheid van twee meisjes. Een van 14 en één van 17 jaar. Het waren ware kenners van de sula. Na de heerlijke gebruikelijke massage onder een dikke waterval in de sula, lieten ze me zien dat je op bepaalde plekken ook kan springen. Ik dacht bij mezelf: oh, dat ga ik meteen doen. Lekker kinderlijk bommetje maken, bleek één van hen achter me tegelijkertijd ook een bommetje te maken. Helemaal vrolijk en kinderlijk blij riepen we: weer, weer, weer. Ik noem haar voortaan Vrolijk, want ze maakt me blij. Blij, blij, blij, hoor ik een Surinaams koortje een octaafje hoger op de achtergrond zingen. Het andere meisje van 14 was al een slanke grote vrouw aan het worden. Haar speelse drang ons mee te nemen over de sula verraadde haar jeugdige leeftijd. Dankzij haar trotse postuur en een wijze blik die aardig wat klappen kan hebben, noem ik haar Speer, want ze maakt me dapper. Dap, dap, dap, hoor ik hetzelfde koortje weer zingen. Wat een behendigheid tijdens het stappen van de ene rotsblok naar de andere. Gelukkig hielden ze af en toe mijn hand vast en begeleide ze me wanneer het een lastig stukje was. Vrolijk liep over de stromende bodem waar harde plantjes groeide met prachtig lichtpaarse bloemen. Ze plukte er eentje en wreef de steel met bloemetjes over mijn arm. Ik schrok een beetje want ik had wat hards verwacht, maar in werkelijkheid was de streling fluweelzacht. Een onvergetelijke uitdrukking van intens plezier scheen over haar gezicht met al dat gedartel op de sula. Plots om zich heen kijkend spotte ze Speer. Wijzend naar haar vriendin, die al op de zandbank was beland en twee heuvels aan het maken was, gaf ze aan daarheen te gaan. De snelheid waarmee Vrolijk er over de rotsen vandoor sjeesde was bewonderenswaardig. Gelukkig kwam ze, attent zoals ze was, wel nog even terug om me te wijzen op een gevaarlijk loszittend rotsblok. Eenmaal aangekomen op de zandbank moesten we snel weer terug want de bootsman had aangegeven dat het tijd was terug naar huis te gaan. Schemering had zich al ingezet. Toch nog even snel de twee heuveltjes kapot trappen, dachten Speer en Vrolijk gezamenlijk, voordat we al duikend en springend over de rotsblokken in hoog tempo vlak voor de inzet van duisternis bij de boot arriveerden. Achteruit kijkend realiseer ik me wat een enorm risico ik, met mijn dikke zestig jaar, genomen had. Maar ja, wie kan Vrolijk en Speer niet weigeren als ze je vragen mee op avontuur over de sula te gaan.