Saamaka

Vol ontzag laveert de bootsman ons langs watervalletjes en bomen op weg naar het bovenstroomse gebied van de Surinamerivier. Op weg naar dorpen waar afstammelingen van mensen die vrijwel meteen vanaf het begin van de slavernij de plantages ontvlucht zijn. Ver bovenstrooms vinden ze enigszins veilige plekken achter de dichtbegroeide oevers voor hun huizen en kostgronden. Een mangoboom bij de oever geplant duidt aan dat er goed volk in de buurt is.

Saamaka zijn de eerste groep tot-slaaf-gemaakten die vanaf de 17de eeuw de plantages weten te ontvluchten. Gevluchten worden ook Marrons genoemd. In die tijd waren er veel joodse plantage-eigenaren afkomstig uit Nederland en via Nederlands Brazilië in Suriname beland. Zij namen de tot-slaaf-gemaakten mee uit Brazilië. Hun plantages lagen vooral bovenstrooms aan de Suriname rivier bij Paramaribo. De naam Jodensavanne herinnerd ons aan deze de joodse gemeenschap met hun tot-slaaf-gemaakten.

Het Saamakaans is als taal gevormd in de kerkers van forten bij Congo en Angola. Ze zijn gevangengenomen in verschillende gebieden uit het Afrikaans achterland. In de kerkers moeten ze snel leren hoe met elkaar te kunnen communiceren. Uit de verschillende Bantoetalen en oud Portugees is daarmee het Saamakaans geboren. In Suriname zijn er ook invloeden uit het Engels en Nederlands geslopen.

Niet veel later fungeert naast Congo (Luanda), Ghana (Koninkrijk Dahomey) als grote doorvoerhaven (Elmina) van gevangen uit voornamelijk Nigeria, Benin en Togo. De groepen via Ghana komen vooral terecht op de plantages langs de kust zoals langs de Commewijne rivier en rondom Paramaribo. Deze laatste groep gevluchten zijn ook Marrons maar hun taal (Aukaans) is net iets anders. Het Sranantongo is op de plantages en onder Creolen in Paramaribo ontstaan.

Bij het eerste dorp dat we aandoen, word ik uitgenodigd een christelijke dienst bij te wonen om het overlijden te herdenken van een betovergrootmoeder met vele, vele afstammelingen. Een hele eer waarbij we na afloop getrakteerd worden op veel eten, heel veel eten. De gehele Saamakaanse keuken is voorbijgekomen. Cassave pap, rijst met kip, boontjes en allerlei zoetigheden. Oh jee, hoe zal dat aflopen met mijn diabetes, bedenk ik me gereserveerd. De viering van het jubileum is de hele avond doorgegaan. Ik moet helaas afhaken met een kleine zonnesteek

Scroll naar boven